35. Hierna verbond zich Josafat, de koning van Juda, met Achazja, de koning van Israël. Deze handelde goddeloos
36. en sloot met hem een overeenkomst om schepen te bouwen voor de vaart op Tarsis. En zij bouwden schepen te Esjon-Geber.
37. Maar Eliëzer, de zoon van Dodawahu, van Maresa, profeteerde tegen Josafat: Omdat gij u verbonden hebt met Achazja, verbreekt de Here uw werken. En de schepen leden schipbreuk, zodat zij niet naar Tarsis konden varen.