2 Kronieken 19:1-2 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Toen Josafat, de koning van Juda, behouden naar zijn huis te Jeruzalem terugkeerde,

2. ging de ziener Jehu, de zoon van Chanani, hem tegemoet en zeide tot koning Josafat: Moogt gij de goddeloze helpen en bevriend zijn met hen die de Here haten? Hierom rust er toorn op u van de zijde des Heren.

2 Kronieken 19