13. Daarom zijn wij vertroost.En bij de troost, die ons ten deel gevallen is, zijn wij meer dan verblijd over de blijdschap van Titus, daar zijn geest door u allen verkwikt is.
14. Want als ik bij hem enigermate over u geroemd heb, dan ben ik niet beschaamd gemaakt, maar gelijk wij ook u in alles de waarheid gezegd hebben, zo is ook ons roemen (over u) bij Titus waarheid gebleken.
15. En zijn genegenheid gaat des te meer naar u uit, wanneer hij zich u aller gehoorzaamheid herinnert, hoe gij hem met vrezen en beven hebt ontvangen.
16. Het verblijdt mij, dat ik in elk opzicht over u gerust kan zijn.