2 Korinthiërs 6:6-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. in reinheid, in kennis, in lankmoedigheid, in rechtschapenheid, in de heilige Geest, in ongeveinsde liefde,

7. in de prediking van de waarheid, in de kracht Gods; met de wapenen der gerechtigheid in de rechterhand en in de linkerhand;

8. onder eer en smaad, in kwaad gerucht en goed gerucht; als verleiders en toch betrouwbaar;

9. als niet bekend en toch wèl bekend; als stervend en zie, wij leven; als getuchtigd, maar niet ten dode;

10. als bedroefd, maar altijd blijde; als arm, maar velen rijk makend; als niets hebbend en toch alles bezittend.

11. Onze mond heeft zich tegen u geopend, Korintiërs, ons hart staat wijd open;

12. bij ons vindt gij niet te weinig ruimte, maar in uw binnenste is het te eng.

13. Maar dan ook gelijk op, – ik spreek als tot mijn kinderen – gij moet ook ruimer worden.

2 Korinthiërs 6