2 Koningen 3:12-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. En Josafat zeide: Bij hem is het woord des Heren.Daarop gingen de koning van Israël en Josafat, en de koning van Edom naar hem toe.

13. Maar Elisa zeide tot de koning van Israël: Wat heb ik met u te doen? Ga naar de profeten van uw vader en naar die van uw moeder. Doch de koning van Israël zeide tot hem: Neen, want de Here heeft deze drie koningen geroepen om hen in de macht van Moab te geven.

14. Toen zeide Elisa: Zo waar de Here der heerscharen leeft, in wiens dienst ik sta, als ik geen rekening wilde houden met Josafat, de koning van Juda, dan zou ik op u geen acht slaan of naar u omzien.

2 Koningen 3