1 Samuël 8:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Toen Samuël oud geworden was, stelde hij zijn zonen aan tot richters over Israël.

2. De naam van zijn eerstgeboren zoon was Joël, die van de tweede Abia; zij waren richters te Berseba.

3. Maar zijn zonen wandelden niet in zijn wegen; zij waren op winstbejag uit, namen geschenken aan en bogen het recht.

1 Samuël 8