20. En de mannen van Bet-Semes zeiden: Wie kan bestaan voor het aangezicht van de Here, deze heilige God? Naar wie zal Hij bij ons vandaan optrekken?
21. En zij zonden naar de bewoners van Kirjat-Jearim boden, die moesten zeggen: De Filistijnen hebben de ark des Heren teruggebracht; daalt af en voert ze tot u.