1 Samuël 27:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. David echter dacht bij zichzelf: Op de een of andere dag zal ik toch nog door de hand van Saul omkomen. Het is voor mij het beste, dat ik een toevlucht zoek in het land der Filistijnen; dan zal Saul mij met rust laten en mij niet langer in het gehele gebied van Israël zoeken, dan ben ik aan zijn greep ontkomen.

2. Toen toog David heen en trok met de zeshonderd mannen die bij hem waren, naar Akis, de zoon van Maok, de koning van Gat.

3. David vestigde zich met zijn mannen bij Akis te Gat, ieder met zijn gezin; David met zijn beide vrouwen Achinoam, de Jizreëlitische, en Abigaïl, de vrouw van Nabal, de Karmelitische.

4. Toen aan Saul was meegedeeld, dat David naar Gat gevlucht was, zocht hij hem niet langer.

1 Samuël 27