26. Saul ging langs de ene en David met zijn mannen langs de andere zijde van de berg. David trachtte in allerijl aan Saul te ontkomen; en reeds stond Saul met zijn mannen op het punt David en diens mannen te omsingelen en te grijpen,
27. toen er een bode tot Saul kwam met de tijding: Trek haastig weg, want de Filistijnen zijn het land binnengevallen.
28. Daarop keerde Saul terug van de achtervolging van David en trok de Filistijnen tegemoet. Daarom noemt men die plaats: Rots der Ontkoming.