1 Samuël 21:12-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. David sloeg acht op deze woorden en werd zeer bevreesd voor Akis, de koning van Gat.

13. Daarom stelde hij zich in hun tegenwoordigheid aan als een waanzinnige en gedroeg zich bij hen als een razende; hij bekrabbelde de deurvleugels van de poort en liet het speeksel in zijn baard lopen.

14. Toen zeide Akis tot zijn dienaren: Zie, gij merkt toch, dat de man krankzinnig is?

15. Waarom brengt gij hem bij mij? Heb ik gebrek aan krankzinnigen, dat gij mij deze gebracht hebt om bij mij uit te razen? Moet zo iemand in mijn huis komen?

1 Samuël 21