1 Samuël 20:20-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

20. Dan zal ik drie pijlen daarlangs schieten, alsof ik op een doel mikte.

21. En zie, ik zal de jongen opdragen: Ga de pijlen zoeken. Als ik uitdrukkelijk tot de jongen zeg: Zie, de pijlen liggen dichterbij, neem ze – kom dan, want dan is het veilig voor u: dan is er niets, zo waar de Here leeft.

22. Maar indien ik tot de jongeman zeg: Zie, de pijlen liggen verder weg – ga dan heen, want de Here zendt u weg.

23. Wat echter de afspraak betreft, die ik en gij gemaakt hebben, zie, de Here is tussen mij en u voor altijd.

24. Daarna verborg David zich in het veld. Toen de nieuwe maan was aangebroken, zette de koning zich aan de dis om te eten.

25. En de koning zat op zijn gewone plaats, op de plaats bij de wand. Jonatan stond op, Abner zette zich naast Saul, maar de plaats van David bleef ledig.

1 Samuël 20