1 Samuël 14:4-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. Tussen de bergpassen, waarlangs Jonatan trachtte over te steken naar de wachtpost der Filistijnen, was aan weerszijden een rotspunt: de ene heette Boses, de andere Senne.

5. De ene punt stond als een zuil in het noorden tegenover Mikmas, de andere in het zuiden tegenover Geba.

6. Jonatan nu zeide tot zijn wapendrager: Kom, laten wij oversteken naar de wachtpost van deze onbesnedenen. Misschien zal de Here voor ons handelen, want de Here kan evengoed verlossen door weinigen als door velen.

7. Toen zeide zijn wapendrager tot hem: Doe al wat uw hart begeert; ga uw gang, ik ben met u wat ook uw hart begeert.

8. Jonatan zeide: Zie, wij steken naar die mannen over en vertonen ons aan hen.

9. Indien zij tot ons zeggen: Blijft staan, tot wij bij u komen – dan blijven wij staan waar wij zijn en klimmen niet tot hen op;

10. maar indien zij zeggen: klimt tot ons op – dan zullen wij opklimmen, want dan heeft de Here hen in onze macht gegeven. Dit zal voor ons het teken zijn.

1 Samuël 14