1 Samuël 1:12-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. Toen zij lang bleef bidden voor het aangezicht des Heren, lette Eli op haar mond;

13. en omdat Hanna bij zichzelf sprak en slechts haar lippen zich bewogen, maar haar stem niet te horen was, dacht Eli, dat zij dronken was.

14. En Eli zeide tot haar: Hoelang zult gij u als een beschonkene gedragen? Zorg, dat gij uw roes kwijtraakt.

15. Doch Hanna antwoordde: Neen, mijn heer, ik ben een diepbedroefde vrouw; wijn noch bedwelmende drank heb ik gedronken, maar ik heb mijn hart uitgestort voor het aangezicht des Heren.

16. Houd uw dienstmaagd niet voor een nietswaardige; want door grote zorg en smart gekweld heb ik zo lang gesproken.

1 Samuël 1