1 Kronieken 8:3-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. Zonen van Bela waren: Addar, Gera, Abihud,

4. Abisua, Naäman, Achoach,

5. Gera, Sefufan, en Churam.

6. Dit waren de zonen van Echud – dezen waren familiehoofden van de inwoners van Geba, die men wegvoerde naar Manachat:

7. Naäman, Achia en Gera voerde men weg – hij dan verwekte Uzza en Achichud.

8. En Sacharaïm kreeg kinderen in het veld van Moab, nadat hij zijn vrouwen Chusim en Baära had weggezonden;

9. hij verwekte namelijk bij zijn vrouw Chodes: Jobab, Sibja, Mesa, Malkam,

10. Jeüs, Sakeja en Mirma; dit waren zijn zonen, familiehoofden;

11. bij Chusim had hij Abitub en Elpaäl verwekt.

1 Kronieken 8