1 Kronieken 7:10-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. En de zonen van Jediaël waren: Bilhan, en de zonen van Bilhan: Jeüs, Benjamin, Ehud, Kenaäna, Zetan, Tarsis en Achisachar;

11. deze allen, zonen van Jediaël, naar hun familiehoofden gerangschikt, waren dappere krijgshelden: zeventienduizend tweehonderd, die in het leger ten strijde uittrokken.

12. En de Suppim en Chuppim waren zonen van Ir; de Chusim zonen van Acher.

13. De zonen van Naftali waren: Jachasiël, Guni, Jeser en Sallum; kinderen van Bilha.

14. De zonen van Manasse waren: Asriël, die (zijn vrouw) baarde; zijn Arameese bijvrouw baarde Makir, de vader van Gilead.

1 Kronieken 7