1 Kronieken 6:69-81 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

69. Ajjalon met zijn weidegronden, en Gat-Rimmon met zijn weidegronden.

70. En uit de halve stam Manasse: Aner met zijn weidegronden, en Bileam met zijn weidegronden. (Deze steden) waren voor de overige geslachten der zonen van Kehat.

71. Aan de zonen van Gersom (gaf men) uit het geslacht van de halve stam Manasse: Golan in Basan met zijn weidegronden en Astarot met zijn weidegronden;

72. uit de stam Issakar: Kedes met zijn weidegronden, Daberat met zijn weidegronden,

73. Ramot met zijn weidegronden en Anem met zijn weidegronden;

74. uit de stam Aser: Masal met zijn weidegronden, Abdon met zijn weidegronden,

75. Chukok met zijn weidegronden en Rechob met zijn weidegronden;

76. en uit de stam Naftali: Kedes in Galila met zijn weidegronden, Chammon met zijn weidegronden en Kirjataïm met zijn weidegronden.

77. Aan de overige zonen van Merari gaf men uit de stam Zebulon: Rimmono met zijn weidegronden en Tabor met zijn weidegronden;

78. en aan de overzijde van de Jordaan bij Jericho, ten oosten van de Jordaan, uit de stam Ruben: Beser in de woestijn met zijn weidegronden, Jahas met zijn weidegronden,

79. Kedemot met zijn weidegronden en Mefaät met zijn weidegronden;

80. en uit de stam Gad: Ramot in Gilead met zijn weidegronden, Machanaïm met zijn weidegronden,

81. Chesbon met zijn weidegronden en Jazer met zijn weidegronden.

1 Kronieken 6