8. Zij wierpen het lot voor de regeling der diensten, de jongste evenzeer als de oudste, de volleerde zowel als de leerling.
9. Het eerste lot – voor Asaf – viel op Jozef; Gedalja was de tweede: hijzelf, zijn broeders en zijn zonen: twaalf.
10. De derde was Zakkur, zijn zonen en zijn broeders: twaalf;