6. Wederom was er strijd, bij Gat, en daar was een man van zeer grote lengte, die zes vingers en zes tenen had, vierentwintig (in het geheel); ook deze stamde af van Rafa.
7. Hij hoonde Israël en Jonatan, de zoon van Sima, Davids broeder, versloeg hem.
8. Dezen stamden af van Rafa te Gat; zij vielen door de hand van David en zijn dienaren.