1 Kronieken 2:40-51 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

40. Elasa verwekte Sisemai, Sisemai verwekte Sallum,

41. Sallum verwekte Jekamja, Jekamja verwekte Elisama.

42. De zonen van Kaleb, de broeder van Jerachmeël, waren: Mesa, zijn eerstgeborene – dat is de vader van Zif –, en de zonen van Maresa, de vader van Hebron.

43. De zonen van Hebron: Korach, Tappuach, Rekem en Sema;

44. Sema verwekte Racham, de vader van Jorkeam, en Rekem verwekte Sammai.

45. De zoon van Sammai was Maon, en Maon was de vader van Bet-Sur.

46. Efa, de bijvrouw van Kaleb, baarde Charan, Mosa en Gazez; Charan nu verwekte Gazez.

47. De zonen van Jodai waren: Regem, Jotam, Gesan, Pelet, Efa en Saäf.

48. Kalebs bijvrouw Maäka had Seber en Tirchana gebaard;

49. ook baarde zij Saäf, de vader van Madmanna, Sewa, de vader van Makbena, en de vader van Giba; en de dochter van Kaleb was Aksa.

50. Dit zijn de zonen van Kaleb. De zonen van Chur, de eerstgeborene van Efrata: Sobal, de vader van Kirjat-Jearim;

51. Salma, de vader van Betlehem, en Charef, de vader van Bet-Gader.

1 Kronieken 2