17. Abigaïl baarde Amasa, en de vader van Amasa was de Ismaëliet Jeter.
18. Kaleb nu, de zoon van Chesron, verwekte Jeriot bij zijn vrouw Azuba; en dit zijn haar zonen: Jeser, Sobab en Ardon.
19. Toen Azuba gestorven was, nam Kaleb zich Efrat tot vrouw en deze baarde hem Chur;
20. Chur verwekte Uri, en Uri verwekte Besaleël.