1. Daarna versloeg David de Filistijnen en onderwierp hen; en hij ontnam de Filistijnen Gat en zijn onderhorige plaatsen.
2. Ook versloeg hij Moab, zodat de Moabieten schatplichtige onderdanen van David werden.
3. Voorts versloeg David Hadadezer, de koning van Soba, bij Hamat, toen hij zijn macht ging vestigen bij de rivier de Eufraat.
4. David veroverde op hem duizend wagens, zevenduizend ruiters en twintigduizend man voetvolk; alle wagenpaarden, met uitzondering van honderd, liet David de pezen doorsnijden.
5. Toen kwamen de Arameeërs van Damascus Hadadezer, de koning van Soba, te hulp, maar David versloeg van de Arameeërs tweeëntwintigduizend man.