7. Toen, op die dag, droeg David voor de eerste maal Asaf en zijn broeders op, de Here te loven:
8. Looft de Here, roept zijn naam aan,maakt onder de volken zijn daden bekend;
9. zingt Hem, psalmzingt Hem,gewaagt van al zijn wonderen.
10. Beroemt u in zijn heilige naam,het hart van wie de Here zoeken, verheuge zich.
11. Vraagt naar de Here en zijn sterkte,zoekt zijn aangezicht bestendig.