20. Zekarja, Aziël, Semiramot, Jechiël, Unni, Eliab, Maäseja en Benaja met harpen, hoog afgestemd;
21. en Mattitja, Elifelehu, Miknejahu, Obed-Edom, Jeïel en Azazjahu met citers, acht tonen lager, ter begeleiding.
22. Kenanja, de overste der Levieten, ging over het vervoer; hij regelde het vervoer, omdat hij een man van inzicht was.