1 Kronieken 12:34-38 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

34. Van Naftali: duizend oversten, en met hen zevenendertigduizend man met schild en speer.

35. Van de Danieten, toegerust tot de krijg: achtentwintigduizend zeshonderd.

36. Van Aser, in het leger uitrukkend, toegerust tot de krijg: veertigduizend.

37. En van de overzijde van de Jordaan, uit de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam Manasse, voorzien van allerlei wapentuig voor de strijd: honderdentwintigduizend.

38. Deze allen, strijders in gelid geschaard, kwamen met een volkomen toegewijd hart naar Hebron, om David koning te maken over geheel Israël; ook al de overige Israëlieten waren één van zin om David koning te maken.

1 Kronieken 12