1 Kronieken 1:34-43 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

34. En Abraham verwekte Isaak; de zonen van Isaak waren Esau en Israël.

35. De zonen van Esau: Elifaz, Reüel, Jeüs, Jalam en Korach;

36. de zonen van Elifaz: Teman en Omar, Sefi en Gatam, Kenaz, Timna en Amalek;

37. de zonen van Reüel: Nachat, Zerach, Samma en Mizza;

38. en de zonen van Seïr: Lotan, Sobal, Sibon, Ana, Dison, Eser en Disan.

39. De zonen van Lotan: Chori en Homam, en de zuster van Lotan was Timna;

40. de zonen van Sobal: Aljan, Manachat, Ebal, Sefi en Onam; de zonen van Sibon: Ajja en Ana;

41. de zonen van Ana: Dison, en de zonen van Dison: Chamran, Esban, Jitran en Keran;

42. de zonen van Eser: Bilhan, Zaäwan en Jaäkan; de zonen van Disan: Us en Aran.

43. Dit zijn de koningen die over het land Edom regeerden, voordat er een koning over de Israëlieten regeerde: Bela, de zoon van Beor; zijn stad heette Dinhaba.

1 Kronieken 1