1 Korinthiërs 5:3-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. Want mijnerzijds heb ik, hoewel lichamelijk niet, maar naar de geest wèl aanwezig, reeds, als aanwezig, vonnis geveld over hem, die op zulk een wijze zo iets heeft begaan.

4. Wanneer wij vergaderd zijn, gij en mijn geest met de kracht van onze Here Jezus,

5. leveren wij in de naam van de Here Jezus die man aan de satan over tot verderf van zijn vlees, opdat zijn geest behouden worde in de dag des Heren.

6. Uw roem deugt niet. Weet gij niet, dat een weinig zuurdeeg het gehele deeg zuur maakt?

1 Korinthiërs 5