1 Korinthiërs 16:17-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

17. Ik verblijd mij over de komst van Stefanas, Fortunatus en Achaïkus, want hetgeen van uw kant nog ontbrak, hebben dezen aangevuld;

18. want zij hebben mijn geest en de uwe verkwikt. Erkent dan zulke mensen.

19. U groeten de gemeenten van Asia. Vele groeten in de Here van Aquila en Prisca en van de gemeente bij hen aan huis.

20. U groeten al de broeders. Groet elkander met de heilige kus.

21. Een eigenhandige groet van mij, Paulus.

22. Indien iemand de Here niet liefheeft, hij zij vervloekt. Maranata!

1 Korinthiërs 16