1 Koningen 4:12-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. Baäna, de zoon van Achilud: Taänak, Megiddo en geheel Bet-Sean, dat naast Saretan is, beneden Jizreël, van Bet-San tot Abel-Mechola, tot aan gene zijde van Jokmeam;

13. Ben-Geber te Ramot in Gilead; hij had de dorpen van Jaïr, de zoon van Manasse, in Gilead, hij had de streek van Argob in Basan, zestig grote steden met muren en koperen grendels;

14. Achinadab, de zoon van Iddo, te Machanaïm;

15. Achimaäs in Naftali; ook hij had een dochter van Salomo, Basemat, tot vrouw genomen;

16. Baäna, de zoon van Chusai, in Aser en Alot;

17. Josafat, de zoon van Paruach, in Issakar;

18. Simi, de zoon van Ela, in Benjamin;

19. Geber, de zoon van Uri, in het land Gilead, het land van Sichon, de koning der Amorieten, en van Og, de koning van Basan, en wel als enige landvoogd in dit land.

1 Koningen 4