28. Toen het gerucht tot Joab doordrong – Joab had immers partij gekozen voor Adonia, maar hij had geen partij gekozen voor Absalom – vluchtte Joab naar de tent des Heren en greep de horens van het altaar.
29. Daarop meldde men koning Salomo: Joab is naar de tent des Heren gevlucht, en zie, hij bevindt zich naast het altaar. Toen zond Salomo Benaja, de zoon van Jojada, uit met deze opdracht: Ga, stoot hem neer.
30. En Benaja trad de tent des Heren binnen en zeide tot hem: Zo zegt de koning: Kom naar buiten. Doch hij zeide: Neen, hier wil ik sterven. En Benaja bracht de koning bescheid: Zo heeft Joab gesproken en zo heeft hij mij geantwoord.