11. Wie van Jerobeam in de stad sterft, die zullen de honden verslinden; en wie op het veld sterft, die zal het gevogelte des hemels verslinden. Want de Here heeft gesproken.
12. Gij echter, sta op, ga naar uw huis. Op het ogenblik dat uw voeten de stad binnentreden, zal de jongen sterven.
13. Dan zal geheel Israël over hem weeklagen en hem begraven, want (van het huis) van Jerobeam zal deze alleen in een graf komen, omdat in Jerobeams huis in hem alleen iets goeds gevonden wordt voor de Here, de God van Israël.
14. En de Here zal Zich een koning over Israël verwekken, die het huis van Jerobeam zal uitroeien. Dit heden en wat dan nog?