11. Want dit is de verkondiging, die gij van den beginne gehoord hebt: dat wij elkander zouden liefhebben;
12. niet gelijk Kaïn: hij was uit de boze en vermoordde zijn broeder. En waarom vermoordde hij hem? Omdat zijn werken boos waren en die van zijn broeder rechtvaardig.
13. Verwondert u niet, broeders, wanneer de wereld u haat.