14. Geef daarna de kroon een plaats in de tempel van de Here, ter herinnering aan de gevers, Heldai, Tobia, Jedaja en ook Jozua.
15. De eerste drie mannen, die uit zulke verre landen zijn gekomen, stellen de vele anderen voor die eens zullen komen uit verafgelegen gebieden om de tempel van de Here te herbouwen. Wanneer dat gebeurt, zult u weten dat de Here van de hemelse legers mij naar u heeft gestuurd. Maar dit alles zal alleen gebeuren als u precies de geboden van de Here, uw God, gehoorzaamt.” ’