Spreuken 26:3-7 Het Boek (HTB)

3. De zweep is er voor het paard, het bit is er voor de ezel en de roe is er voor de rug van de dwaas.

4. Ga niet in op de woorden van een dwaas, anders verlaagt u zich tot zijn niveau.

5. Weerleg de woorden van een dwaas, anders denkt hij misschien dat hij nog gelijk heeft ook.

6. Wie zijn woorden laat overbrengen door een dwaas, maakt het zichzelf moeilijk en berokkent zich schade.

7. Een spreuk in de mond van een dwaas is net zo kreupel als de slappe benen van een verlamde.

Spreuken 26