Spreuken 26:1-3 Het Boek (HTB)

1. Eer past net zomin bij een dwaas als sneeuw past bij de zomer en regen bij de oogsttijd.

2. Een ongegronde vervloeking treft geen doel, hij zweeft weg als een mus, vliegt op als een zwaluw.

3. De zweep is er voor het paard, het bit is er voor de ezel en de roe is er voor de rug van de dwaas.

Spreuken 26