Richteren 19:7-18-19 Het Boek (HTB)

10. Maar deze keer liet de man zich niet overhalen en ze vertrokken. Voor het donker bereikte hij Jeruzalem (dat toen nog Jebus heette), samen met zijn span ezels en de vrouw.

11. ‘Zullen we daar overnachten?’ zei zijn knecht.

14. Zo reisden zij verder. De zon ging juist onder toen zij in de buurt van Gibea kwamen, een stad van de stam Benjamin.

15. Zij gingen de weg af naar deze stad om er de nacht door te brengen. Daar gingen ze op het stadsplein zitten, want niemand nodigde hen uit binnen te komen.

16. Maar 's avonds kwam een oude man voorbij die van zijn werk op het veld naar huis terugkeerde. Hij was van oorsprong afkomstig uit de bergen van Efraïm en woonde nu in Gibea, hoewel die stad in het gebied van de stam Benjamin lag.

17. Toen hij de reizigers op het plein zag zitten, vroeg hij waar ze vandaan kwamen en waar ze heengingen.

Richteren 19