Richteren 16:10-14 Het Boek (HTB)

10. ‘Je hebt me bedrogen,’ verweet Delila hem, ‘en leugens verteld. Zeg me toch alsjeblieft waarmee je kunt worden geboeid.’

11. Hij zei: ‘Als je mij stevig vastbindt met gloednieuwe, nog ongebruikte touwen, zal ik net zo machteloos zijn als ieder ander mens.’

12. En toen Simson sliep, pakte Delila een aantal nieuwe touwen en bond hem daarmee vast. Weer lagen mannen in de kamer ernaast op de loer. Delila riep: ‘Simson! De Filistijnen komen eraan!’ Maar hij brak de touwen alsof het draadjes waren.

13. ‘Je hebt me alweer bedrogen en me maar wat wijsgemaakt,’ klaagde Delila. ‘Zeg me nu eens écht hoe je kunt worden geboeid.’ ‘Nou,’ zei hij, ‘als je mijn zeven haarvlechten in je weefgetouw vastweeft...’

14. Dus toen hij sliep, deed ze dat en zette ze extra vast met een pin. Vervolgens begon ze te gillen: ‘Simson! Simson! Daar komen de Filistijnen!’ Simson werd wakker, trok de pin eruit en rukte zijn haar los uit het weefgetouw.

Richteren 16