13. Waarom hebt U onze grenzen opengezet?Nu worden wij steeds aangevallen.
14. Vreemde volken vallen ons aanen plunderen ons.
15. O God van de hemelse legers,kom toch bij ons terug.Kijk vanuit de hemel op ons neer,let erop hoe het met uw volk is.
16. Wij zijn het volkdat U naar dit land hebt gebracht,dankzij Uzijn wij ook een groot volk geworden.
17. Alsof wij vuilnis zijn,worden wij bedreigd door branden,als U ons helpt,kan de tegenstander niets meer doen.