7. Ik vertrouw niet op mijn boogen verwacht geen verlossing van mijn zwaard.
8. U hebt ons bevrijd van onze vijanden,hen die ons haten hebt U voor schut gezet.
9. Wij beroemen ons voortdurend op onze God,uw naam zullen wij altijd prijzen.
10. Toch hebt U ons weggestuurd en vernederd,U bent niet meegegaan met onze legers toen die optrokken.
11. U zorgde ervoor dat wij voor onze vijanden moesten wijken,zij konden alles bij ons plunderen.
12. U hebt ons overgeleverd als vee dat wordt geslacht.Wij zijn onder andere volken verdeeld geraakt.
13. U hebt uw volk voor een spotprijs van de hand gedaan,van dat geld bent U niet rijk geworden.