141. Ik ben maar gering en niemand acht mij hoog,maar ik denk voortdurend aan uw geboden.
142. Uw rechtvaardigheid is eeuwigen alleen uw wet is de waarheid.
143. Ook al overkomt mij allerlei ellende en achtervolging,juist dan zijn uw geboden voor mij een vreugde.
144. Alles wat U hebt gezegd, bevat rechtvaardigheid voor altijd.Als U mij verstandig maakt, kan ik werkelijk leven.