3. Ik weet dat u Mij dwars door alles heen trouw bent gebleven, u hebt het niet opgegeven.
4. Toch heb Ik één ding op u tegen. U hebt de liefde van vroeger opgegeven.
5. Denk er aan hoe diep u bent gevallen. Keer daarvan terug en doe weer dezelfde dingen als vroeger. Anders zal Ik uw kandelaar wegnemen.
6. Het is wel goed dat u de verderfelijke praktijken van de Nikolaïeten haat, want Ik haat ze ook.
7. Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, zal Ik te eten geven van de boom die leven geeft en die in Gods paradijs staat.