Numeri 33:50-51-56 Het Boek (HTB)

7. Pi-Hachirot, dat vlakbij Baäl-Sefon ligt. Daar sloegen zij hun kamp op aan de voet van de berg Migdol.

8. Vandaar trokken zij dwars door de zee en drie dagreizen ver de woestijn van Etam in, waar zij hun kamp opsloegen bij Mara.

9. Na Mara te hebben verlaten, kwamen zij in Elim, bekend door de twaalf waterbronnen en de zeventig palmen, en zij bleven daar geruime tijd.

50-51. Terwijl zij daar verbleven, droeg de Here Mozes op het volk Israël het volgende te vertellen: ‘Wanneer u de rivier de Jordaan oversteekt en het land Kanaän binnentrekt,

52. moet u alle mensen die daar leven verdrijven en al hun afgoden vernietigen: hun gebeeldhouwde en gegoten afgodsbeelden en hun heiligdommen op de heuvels waar zij hun afgoden aanbidden, moet u vernietigen.

53. Ik heb u het land gegeven, neem het en vestig u daar.

54. U wordt land gegeven afhankelijk van de grootte van uw stammen. De grotere stukken van het land zullen met behulp van het lot onder de grotere stammen worden verdeeld. De kleinere stukken worden verloot tussen de kleinere stammen.

55. Maar als u de inwoners van het land niet verdrijft, zullen zij dorens in uw ogen en prikkels in uw zijden worden, zij zullen u in uw land benauwen.

56. Dan zal Ik u vernietigen, zoals Ik van plan was hen te vernietigen.’

Numeri 33