3-4. Bij de stier zal een spijsoffer van 6,6 liter fijn meel, gemengd met olie, worden geofferd; bij de ram 4,4 liter en bij elk van de zeven lammeren 2,2 liter fijn meel.
23. Op de vierde dag van het feest moet u tien jonge stieren, twee rammen, veertien eenjarige lammeren,
24. alle zonder gebreken en de bijbehorende spijs- en drankoffers bij elk van deze dieren offeren.
25. Naast de dagelijkse offers moet u een bok als zondoffer offeren.
26-27. Op de vijfde dag van het feest offert u negen jonge stieren, twee rammen, veertien eenjarige lammeren, alle zonder gebreken en de bijbehorende spijs- en drankoffers.
28. Offer ook een bok als zondoffer, met de bijbehorende spijs- en drankoffers, naast de gewone dagelijkse offers.
29. Op de zesde dag van het feest moet u het volgende offer brengen: acht jonge stieren, twee rammen, veertien eenjarige lammeren, alle zonder gebreken,
30. samen met de normale spijs- en drankoffers.
31. Naast de gewone dagelijkse offers moet u een bok als zondoffer offeren, samen met de bijbehorende spijs- en drankoffers.
32. Op de zevende dag van het feest moet u zeven jonge stieren, twee rammen, veertien eenjarige lammeren, alle zonder gebreken
33. en de bijbehorende spijs- en drankoffers offeren.
34. Offer bovendien een bok als zondoffer, samen met de gewone spijs- en drankoffers. Dit offer staat apart van de geregelde dagelijkse offers.
35. Op de achtste dag moet u het volk weer bijeen roepen voor een samenkomst, die dag mag u geen zwaar werk verrichten.