Numeri 26:1-15-18 Het Boek (HTB)

1. Nadat de straf was opgehouden, zei de Here tegen Mozes en Eleazar, de zoon van de priester Aäron:

12-14. De stam van Simeon: 22.200 mannen.Tot deze stam behoorden de volgende families, genoemd naar de zonen van Simeon: de Nemuëlieten, genoemd naar hun voorvader Nemuël. De Jaminieten, genoemd naar hun voorvader Jamin. De Jachinieten, genoemd naar hun voorvader Jachin. De Zarchieten, genoemd naar hun voorvader Zerach. De Saulieten, genoemd naar hun voorvader Saül.

15-18. De stam van Gad: 40.500 mannen.Tot deze stam behoorden de volgende families, die voortkwamen uit de zonen van Gad: de Sefonieten, genoemd naar hun voorvader Sefon. De Chaggieten, genoemd naar hun voorvader Chaggi. De Sunieten, genoemd naar hun voorvader Suni. De Oznieten, genoemd naar hun voorvader Ozni. De Erieten, genoemd naar hun voorvader Eri. De Arodieten, genoemd naar hun voorvader Arod. De Arelieten, genoemd naar hun voorvader Areli.

Numeri 26