5. Toen gaf mijn God mij de ingeving alle leiders en het gewone volk bij elkaar te roepen om zich te laten inschrijven in het bevolkingsregister en toen ontdekte ik ook de lijst met de namen van de families die het eerst naar Jeruzalem waren teruggekeerd. Daarin stond:
6. Hier volgt een lijst met namen van Judese ballingen die terugkeerden naar Jeruzalem en de andere steden in Juda. Hun ouders waren door koning Nebukadnezar naar Babel gedeporteerd.
7. De leiders waren: Zerubbabel, Jesua, Nehemia, Azarja, Raämja, Nahamani, Mordechai, Bilsan, Mispereth, Bigvai, Nehum en Baäna.Anderen die in die tijd terugkeerden, waren
46-56. Tempelknechten die terugkwamen, waren de families Ziha, Hasufa, Tabbaoth, Keros, Sia, Padon, Lebana, Hagaba, Salmai, Hanan, Giddel, Gahar, Reaja, Rezin, Nekoda, Gazzam, Uzza, Paseah, Besai, Meünim, Nefusim, Bakbuk, Hakufa, Harhur, Bazlith, Mehida, Harsa, Barkos, Sisera, Temah, Neziah en Hatifa.
57-59. Ook een aantal nakomelingen van Salomo's dienaren maakte de reis. Het waren de families Sotai, Sofereth, Perida, Jaäla, Darkon, Giddel, Sefatja, Hattil, Pocheret-Hazzebaïm en Amon.
60. Bij elkaar geteld waren er 392 tempelknechten en nakomelingen van Salomo's dienaren.
61. In diezelfde tijd keerde nog een groep ballingen terug naar Jeruzalem. Deze mensen kwamen uit de Perzische steden Tel-Melah, Tel-Harsa, Kerub, Addon en Immer. Zij konden echter niet aantonen dat zij werkelijk Israëlieten waren.
62. Tot deze groep behoorden de families Delaja, Tobia en Nekoda met in totaal 642 personen.