Nehemia 7:4-68 Het Boek (HTB)

4. Want de stad was groot, maar er waren weinig inwoners en er waren nog maar weinig huizen weer opgebouwd.

5. Toen gaf mijn God mij de ingeving alle leiders en het gewone volk bij elkaar te roepen om zich te laten inschrijven in het bevolkingsregister en toen ontdekte ik ook de lijst met de namen van de families die het eerst naar Jeruzalem waren teruggekeerd. Daarin stond:

6. Hier volgt een lijst met namen van Judese ballingen die terugkeerden naar Jeruzalem en de andere steden in Juda. Hun ouders waren door koning Nebukadnezar naar Babel gedeporteerd.

7. De leiders waren: Zerubbabel, Jesua, Nehemia, Azarja, Raämja, Nahamani, Mordechai, Bilsan, Mispereth, Bigvai, Nehum en Baäna.Anderen die in die tijd terugkeerden, waren

43. De teruggekeerde Levieten waren de familie Jesua, namelijk Kadmiël en de nakomelingen van Hodeva (74).

44. Teruggekeerde zangers: de familie Asaf (148).

45. Poortwachters die terugkeerden, waren: de families Sallum, Ater, Talmon, Akkub, Hatita en Sobai: in totaal 138 personen.

46-56. Tempelknechten die terugkwamen, waren de families Ziha, Hasufa, Tabbaoth, Keros, Sia, Padon, Lebana, Hagaba, Salmai, Hanan, Giddel, Gahar, Reaja, Rezin, Nekoda, Gazzam, Uzza, Paseah, Besai, Meünim, Nefusim, Bakbuk, Hakufa, Harhur, Bazlith, Mehida, Harsa, Barkos, Sisera, Temah, Neziah en Hatifa.

57-59. Ook een aantal nakomelingen van Salomo's dienaren maakte de reis. Het waren de families Sotai, Sofereth, Perida, Jaäla, Darkon, Giddel, Sefatja, Hattil, Pocheret-Hazzebaïm en Amon.

60. Bij elkaar geteld waren er 392 tempelknechten en nakomelingen van Salomo's dienaren.

61. In diezelfde tijd keerde nog een groep ballingen terug naar Jeruzalem. Deze mensen kwamen uit de Perzische steden Tel-Melah, Tel-Harsa, Kerub, Addon en Immer. Zij konden echter niet aantonen dat zij werkelijk Israëlieten waren.

62. Tot deze groep behoorden de families Delaja, Tobia en Nekoda met in totaal 642 personen.

63. Ook drie priesterfamilies gingen terug naar Jeruzalem. Het waren de families Habaja, Hakkoz en Barzillai. Die laatste familie heet zo sinds hun stamvader met een van de dochters van de Gileadiet Barzillai getrouwd is.

64-65. Maar ook zij konden niet schriftelijk aantonen dat zij Israëlieten waren en mochten daarom niet meer als priester dienst doen. De gouverneur verbood hun zelfs te eten van dat deel van het offervlees dat voor de priesters was bestemd, totdat een priester met de orakelstenen, de Urim en Tummim, uitsluitsel zou geven.

66-67. In totaal keerden 42.360 personen naar Jeruzalem terug. Er gingen ook nog eens 7337 slaven en slavinnen en 245 zangers en zangeressen mee.

68. Zij hadden 435 kamelen en 6720 ezels bij zich.

Nehemia 7