3. Hier volgt een lijst met de namen van de familiehoofden uit de provincie die naar Jeruzalem kwamen. De meeste priesters, Levieten, tempelknechten en nakomelingen van Salomo's dienaren bleven echter gewoon in de verschillende steden van Juda wonen.
17. Mattanja, de zoon van Micha, de zoon van Zabdi, de zoon van Asaf, was de voorzanger die de lofprijzing bij het gebed inzette; Bakbukja en Abda, de zoon van Sammua, de zoon van Galal, de zoon van Jeduthun, stonden hem daarbij terzijde.
18. Er woonden in totaal tweehonderdvierentachtig Levieten in Jeruzalem.
19. Verder waren er honderdtweeënzeventig poortwachters. Zij stonden onder leiding van Akkub, Talmon en hun familieleden.
20. De andere priesters, Levieten en het gewone volk woonden daar waar het land lag, dat aan de familie behoorde.