Lucas 5:20-23 Het Boek (HTB)

20. Toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tegen de verlamde man: ‘Vriend, uw zonden zijn vergeven.’

21. ‘Wat denkt die man wel?’ mopperden de Farizeeën en bijbelgeleerden. ‘Hij beledigt God! Wie kan zonden vergeven dan God alleen?’

22. Jezus wist wel wat in hen omging en vroeg: ‘Wat gaat er in uw hart om?

23. Wat is makkelijker? Te zeggen: “Uw zonden zijn u vergeven,” of: “Sta op en loop”?

Lucas 5