Leviticus 6:26-28 Het Boek (HTB)

26. De priester die deze offerdienst uitvoert, zal het vlees van het offer in de voorhof van de tabernakel eten.

27. Alleen zij die geheiligd zijn—de priesters—mogen dit vlees aanraken. Alles wat met het vlees in aanraking komt, is geheiligd. Als bloed op de kleren van de priester spat, moet dat kledingstuk op een heilige plaats worden gewassen.

28. De stenen pot waarin het vlees is gekookt, moet worden stukgeslagen. Als het vlees in een koperen pot is gekookt, moet die pot worden geschuurd en met water worden omgespoeld.

Leviticus 6