Leviticus 4:7-17 Het Boek (HTB)

7. Dan zal de priester met zijn vinger het bloed aan de horens van het reukofferaltaar strijken dat onder het oog van de Here in de tabernakel staat. De rest van het bloed zal hij uitgieten aan de voet van het brandofferaltaar dat bij de ingang van de tabernakel staat.

8. Dan zal hij al het vet dat de ingewanden bedekt,

9. de beide nieren en het vet dat daaraan zit, het lendevet en het aanhangsel van de lever nemen

10. en alles op het brandofferaltaar verbranden, net zoals dat gebeurt met een rund dat als dankoffer wordt gebracht.

13. Als het hele volk Israël zonder opzet heeft gezondigd en iets gedaan heeft wat de Here heeft verboden, is het hele volk schuldig.

14. Als zij zich bewust worden van wat zij hebben gedaan, moeten zij een jonge stier als zondoffer naar de ingang van de tabernakel brengen.

15. Daar zullen de leiders van het volk hun handen op de kop van de stier leggen en hem voor de ogen van de Here slachten.

16. De gezalfde priester zal een deel van het bloed de tabernakel binnenbrengen,

17. zijn vinger erin dopen en het zevenmaal op de grond voor het gordijn van het Heilige der Heiligen sprenkelen.

Leviticus 4