1. ‘Als iemand een dankoffer aan de Here wil brengen, kan hij dat doen met een stier of een koe, maar het dier moet helemaal zonder gebreken zijn als het aan de Here wordt geofferd.
2. De man die het dier brengt, moet zijn hand op de kop van het dier leggen en het bij de ingang van de tabernakel slachten. Daarna zullen Aärons zonen, de priesters, het bloed van het dier aan alle kanten van het altaar sprenkelen.
15-16. de twee nieren met het lendenvet eraan en het aanhangsel van de lever. Dit brandoffer zal aangenaam zijn voor de Here. Al het vet is van de Here.